Kleine cactussen en vetplanten kun je het beste ieder jaar verpotten. Grotere exemplaren hebben vaak genoeg aan eens per twee tot drie jaar, liefst vlak voor de groeiperiode in het voorjaar.
Verwijder zo veel mogelijk oude grond rond de wortels. Vul de pot met een laag cactusgrond, plaats de plant en vul rondom voorzichtig bij. Druk licht aan en geef een bescheiden scheut water. Een keer per jaar bijvoeden is voldoende.
Let op de groeifases: in de groei houden cactussen van veel licht, soms zelfs direct zonlicht. In de rustperiode hebben ze juist weinig water en voeding nodig. De exacte behoeftes verschillen per soort.